toewensen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | wens toe | wenste toe | heb toegewenst |
jij, je, u | wenst toe | wenste toe | hebt toegewenst |
hij, zij, het | wenst toe | wenste toe | heeft toegewenst |
wij | wensen toe | wensten toe | hebben toegewenst |
jullie | wensen toe | wensten toe | hebben toegewenst |
zij, ze | wensen toe | wensten toe | hebben toegewenst |
PresensBeta
Example presens sentences for Toewensen with some of the pronouns.
- Ik wens je veel succes toe met je nieuwe baan.
- Hij wenst zijn vrienden een fijne vakantie toe.
- Wij wensen iedereen een gelukkig nieuwjaar toe.
- Jullie wensen ons een prettige reis toe.
- Zij wensen de jarige job een geweldige verjaardag toe.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Toewensen with some of the pronouns.
- Vroeger wenste ik altijd een witte kerst toe.
- Toen ik jong was, wenste ik iedereen het beste toe op hun verjaardag.
- Gisteravond wensten we de buren een gezellige avond toe.
- Tijdens de vakantie wenste ik elke dag mooi weer toe.
- Als kind wenste ik meestal dat mijn dromen uit zouden komen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Toewensen with some of the pronouns.
- Ik heb mijn collega een goede gezondheid toegewenst.
- Hij heeft haar veel geluk in de liefde toegewenst.
- Wij hebben jullie een prachtige bruiloft toegewenst.
- Jullie hebben ons succes met het examen toegewenst.
- Zij hebben de pasgetrouwden een lang en gelukkig leven toegewenst.