gedenken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | gedenk | gedacht | heb gedacht |
jij, je, u | gedenkt | gedacht | hebt gedacht |
hij, zij, het | gedenkt | gedacht | heeft gedacht |
wij | gedenken | gedachten | hebben gedacht |
jullie | gedenken | gedachten | hebben gedacht |
zij, ze | gedenken | gedachten | hebben gedacht |
PresensBeta
Example presens sentences for Gedenken with some of the pronouns.
- Ik denk aan mijn familie.
- Hij denkt vaak na over de toekomst.
- Wij denken altijd aan de belangrijke dingen in het leven.
- Jullie denken te veel na over wat anderen van jullie vinden.
- Zij denken dat ze alles weten.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Gedenken with some of the pronouns.
- Vroeger dacht ik vaak aan je.
- Toen we jong waren, dachten we altijd aan de toekomst.
- Hij dacht altijd dat hij alles kon bereiken.
- We dachten aan de mooie momenten die we hadden beleefd.
- Jullie dachten nooit aan de consequenties van jullie acties.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Gedenken with some of the pronouns.
- Ik heb gisteren aan je gedacht.
- Hij heeft zijn verjaardag goed herdacht.
- Wij hebben de slachtoffers van de oorlog herdacht.
- Jullie hebben de oude tijden herinnerd.
- Zij hebben ons altijd in hun gedachten gehouden.