tutoyeren

Conjugations List of Tutoyeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iktutoyeertutoyeerdeheb getutoyeerd
jij, je, ututoyeerttutoyeerdehebt getutoyeerd
hij, zij, hettutoyeerttutoyeerdeheeft getutoyeerd
wijtutoyerentutoyeerdenhebben getutoyeerd
jullietutoyerentutoyeerdenhebben getutoyeerd
zij, zetutoyerentutoyeerdenhebben getutoyeerd

Presens

Example presens sentences for Tutoyeren with some of the pronouns.

  • Ik tutoyeer mijn beste vrienden.
  • Jij tutoyeert je collega's.
  • Hij tutoyeert de klanten altijd.
  • Wij tutoyeren elkaar sinds lang.
  • Zij tutoyeren de docenten in deze school.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Tutoyeren with some of the pronouns.

  • Ik tutoyeerde vroeger iedereen omdat ik dat gewend was.
  • Jij tutoyeerde hem regelmatig toen jullie samenwerkten.
  • Hij tutoyeerde altijd zijn oudere broers.
  • Wij tutoyeerden elkaar al vanaf de eerste ontmoeting.
  • Zij tutoyeerden de leraren zonder aarzeling.

Perfectum

Example perfectum sentences for Tutoyeren with some of the pronouns.

  • Ik heb getutoyeerd tijdens het feestje gisteravond.
  • Jij hebt je buurman al eerder getutoyeerd.
  • Hij heeft haar directeur nooit formeel getutoyeerd.
  • Wij hebben onze nieuwe buren netjes getutoyeerd.
  • Zij hebben de gasten hartelijk getutoyeerd.