uitbesteden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | besteed uit | besteedde uit | heb uitbesteed |
jij, je, u | besteedt uit | besteedde uit | hebt uitbesteed |
hij, zij, het | besteedt uit | besteedde uit | heeft uitbesteed |
wij | besteden uit | besteedden uit | hebben uitbesteed |
jullie | besteden uit | besteedden uit | hebben uitbesteed |
zij, ze | besteden uit | besteedden uit | hebben uitbesteed |
PresensBeta
Example presens sentences for Uitbesteden with some of the pronouns.
- Ik besteed mijn administratie uit.
- Jij besteedt je boekhouding uit.
- Hij/Zij/Het besteedt zijn/haar taken uit.
- Wij besteden het project uit aan een externe partij.
- Jullie besteden de productie uit aan een fabrikant.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Uitbesteden with some of the pronouns.
- Vroeger besteedde ik mijn klusjes uit.
- Toen ik jong was, besteedde jij je huiswerk uit.
- Hij/Zij/Het besteedde zijn/haar verantwoordelijkheden uit.
- In die tijd besteedden wij het onderhoud van het gebouw uit.
- Jullie besteedden de marketingactiviteiten uit aan een reclamebureau.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Uitbesteden with some of the pronouns.
- Ik heb mijn werkzaamheden uitbesteed.
- Jij hebt je taken uitbesteed.
- Hij/Zij/Het heeft het project uitbesteed.
- Wij hebben de productie uitbesteed aan een extern bedrijf.
- Jullie hebben de logistiek uitbesteed aan een transporteur.