uitdiepen

Conjugations List of Uitdiepen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdiep uitdiepte uitheb uitgediept
jij, je, udiept uitdiepte uithebt uitgediept
hij, zij, hetdiept uitdiepte uitheeft uitgediept
wijdiepen uitdiepten uithebben uitgediept
julliediepen uitdiepten uithebben uitgediept
zij, zediepen uitdiepten uithebben uitgediept

Presens
Beta

Example presens sentences for Uitdiepen with some of the pronouns.

  • Ik diep mijn kennis uit tijdens het lezen van boeken.
  • Jij diept je argumenten uit in de discussie.
  • Hij/zij/het diept zijn/haar/hun begrip op door te studeren.
  • Wij diepen onze ervaringen uit tijdens de reis.
  • Jullie diepen de onderwerpen uit in de presentatie.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uitdiepen with some of the pronouns.

  • Toen ik jong was, diepte ik mijn interesses uit door veel te lezen.
  • Vroeger diepte jij je ideeën uit in lange gesprekken.
  • Hij/zij/het diepte zijn/haar/hun kennis op tijdens de universiteit.
  • Wij diepten onze vaardigheden uit toen we aan het project werkten.
  • Jullie diepten de materie uit in jullie vorige presentatie.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uitdiepen with some of the pronouns.

  • Ik heb mijn kennis uitgediept door veel te oefenen.
  • Jij hebt je argumenten uitgediept met sterke bewijzen.
  • Hij/zij/het heeft zijn/haar/hun begrip uitgediept door cursussen te volgen.
  • Wij hebben onze ervaringen uitgediept door nieuwe dingen te proberen.
  • Jullie hebben de onderwerpen uitgediept door grondig onderzoek te doen.