catalogiseren

Conjugations List of Catalogiseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikcatalogiseercatalogiseerdeheb gecatalogiseerd
jij, je, ucatalogiseertcatalogiseerdehebt gecatalogiseerd
hij, zij, hetcatalogiseertcatalogiseerdeheeft gecatalogiseerd
wijcatalogiserencatalogiseerdenhebben gecatalogiseerd
julliecatalogiserencatalogiseerdenhebben gecatalogiseerd
zij, zecatalogiserencatalogiseerdenhebben gecatalogiseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Catalogiseren with some of the pronouns.

  • Ik catalogiseer de boeken in de bibliotheek.
  • Jij catalogiseert de documenten in het archief.
  • Hij/Zij catalogiseert de kunstwerken in het museum.
  • Wij catalogiseren de producten in de winkel.
  • Zij catalogiseren de foto's in het album.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Catalogiseren with some of the pronouns.

  • Vroeger catalogiseerde ik de boeken in de bibliotheek.
  • Vroeger catalogiseerde jij de documenten in het archief.
  • Vroeger catalogiseerde hij/zij de kunstwerken in het museum.
  • Vroeger catalogiseerden wij de producten in de winkel.
  • Vroeger catalogiseerden zij de foto's in het album.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Catalogiseren with some of the pronouns.

  • Ik heb de boeken in de bibliotheek gecatalogiseerd.
  • Jij hebt de documenten in het archief gecatalogiseerd.
  • Hij/Zij heeft de kunstwerken in het museum gecatalogiseerd.
  • Wij hebben de producten in de winkel gecatalogiseerd.
  • Zij hebben de foto's in het album gecatalogiseerd.