uitdoven

Conjugations List of Uitdoven.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdoof uitdoofde uitheb uitgedoofd
jij, je, udooft uitdoofde uithebt uitgedoofd
hij, zij, hetdooft uitdoofde uitheeft uitgedoofd
wijdoven uitdoofden uithebben uitgedoofd
julliedoven uitdoofden uithebben uitgedoofd
zij, zedoven uitdoofden uithebben uitgedoofd

Presens
Beta

Example presens sentences for Uitdoven with some of the pronouns.

  • De kaarsen doven uit.
  • Ik doof de brandende sigaret uit.
  • Wij doven het vuur in de open haard uit.
  • Jullie moeten de lichten uitdoen voordat jullie vertrekken.
  • De vulkaanuitbarsting dooft langzaam uit.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uitdoven with some of the pronouns.

  • Vroeger doofden we altijd de kaarsen uit voor het slapengaan.
  • Toen ik jong was, doofde ik mijn sigaretten niet uit.
  • Elke avond doofden we het vuur in de open haard uit.
  • Vorige week vergaten we de lichten uit te doen.
  • Tijdens de storm konden de brandweerlieden het vuur niet uitdo ven.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uitdoven with some of the pronouns.

  • Ik heb de kaarsen uitgedoofd.
  • Hij heeft zijn sigaret uitgedoofd.
  • We hebben het vuur in de open haard uitgedoofd.
  • Ze hebben de lichten uitgedaan voordat ze vertrokken.
  • De hulpverleners hebben de brand snel uitgedoofd.