uiteenbarsten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | barst uiteen | barstte uiteen | ben uiteengebarsten |
jij, je, u | barst uiteen | barstte uiteen | bent uiteengebarsten |
hij, zij, het | barst uiteen | barstte uiteen | is uiteengebarsten |
wij | barsten uiteen | barstten uiteen | zijn uiteengebarsten |
jullie | barsten uiteen | barstten uiteen | zijn uiteengebarsten |
zij, ze | barsten uiteen | barstten uiteen | zijn uiteengebarsten |
PresensBeta
Example presens sentences for Uiteenbarsten with some of the pronouns.
- De vulkaan barst uit en spuwt hete lava.
- Elke keer als het onweert, barsten de kinderen in tranen uit.
- Tijdens het concert barst het publiek los in applaus.
- De ballon kan elk moment uiteenbarsten.
- Wanneer de druk te hoog wordt, barst de boiler uit elkaar.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Uiteenbarsten with some of the pronouns.
- Vroeger barstten de vulkanen regelmatig uit in dit gebied.
- Toen ik jong was, barstte ik vaak in woede uit bij kleine tegenslagen.
- Het publiek barstte elke keer in lachen uit bij de grappen van de komiek.
- De ballonnen barstten één voor één uit tijdens het feestje.
- In het verleden barstten de oude boilers vaak uit elkaar door slijtage.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Uiteenbarsten with some of the pronouns.
- De vulkaan is uitgebarsten en heeft veel schade veroorzaakt.
- Toen ik het slechte nieuws hoorde, ben ik in tranen uitgebarsten.
- Na de speech van de president barstte het publiek los in een ovationeel applaus.
- De ballon is plotseling uitgebarsten, wat iedereen liet schrikken.
- De boiler is vorige week uit elkaar gebarsten en moet worden gerepareerd.