rechercheren
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | rechercheer | rechercheerde | heb gerechercheerd |
| jij, je, u | rechercheert | rechercheerde | hebt gerechercheerd |
| hij, zij, het | rechercheert | rechercheerde | heeft gerechercheerd |
| wij | rechercheren | rechercheerden | hebben gerechercheerd |
| jullie | rechercheren | rechercheerden | hebben gerechercheerd |
| zij, ze | rechercheren | rechercheerden | hebben gerechercheerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Rechercheren with some of the pronouns.
- Ik rechercheer naar de juiste informatie.
- Jij rechercheert in de bibliotheek.
- Hij/Zij/Het rechercheert naar verdachte personen.
- Wij rechercheren de zaak grondig.
- Jullie rechercheren op het internet.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Rechercheren with some of the pronouns.
- Ik rechercheerde vroeger vaak in de archieven.
- Jij rechercheerde gisteren naar ontbrekende gegevens.
- Hij/Zij/Het rechercheerde regelmatig in die buurt.
- Wij rechercheerden intensief tijdens het onderzoek.
- Jullie rechercheerden veel tijdens de stageperiode.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Rechercheren with some of the pronouns.
- Ik heb gerechercheerd naar mogelijke oplossingen.
- Jij hebt al lang gerechercheerd over dit onderwerp.
- Hij/Zij/Het heeft de verdachte grondig gerechercheerd.
- Wij hebben de zaak uitvoerig gerechercheerd.
- Jullie hebben goed gerechercheerd voor jullie presentatie.