inroesten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | roest in | roestte in | ben ingeroest |
jij, je, u | roest in | roestte in | bent ingeroest |
hij, zij, het | roest in | roestte in | is ingeroest |
wij | roesten in | roestten in | zijn ingeroest |
jullie | roesten in | roestten in | zijn ingeroest |
zij, ze | roesten in | roestten in | zijn ingeroest |
Presens
Example presens sentences for Inroesten with some of the pronouns.
- Ik roest in.
- Jij roest in.
- Hij/Zij/Het roest in.
- Wij roesten in.
- Jullie roesten in.
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Inroesten with some of the pronouns.
- Ik roestte in.
- Jij roestte in.
- Hij/Zij/Het roestte in.
- Wij roestten in.
- Jullie roestten in.
Perfectum
Example perfectum sentences for Inroesten with some of the pronouns.
- Ik ben ingeroest.
- Jij bent ingeroest.
- Hij/Zij/Het is ingeroest.
- Wij zijn ingeroest.
- Jullie zijn ingeroest.