spietsen

Conjugations List of Spietsen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikspietsspietsteheb gespietst
jij, je, uspietstspietstehebt gespietst
hij, zij, hetspietstspietsteheeft gespietst
wijspietsenspietstenhebben gespietst
julliespietsenspietstenhebben gespietst
zij, zespietsenspietstenhebben gespietst

Presens
Beta

Example presens sentences for Spietsen with some of the pronouns.

  • Ik spies
  • Jij spiest
  • Hij/Zij spiest
  • Wij/jullie/zij spiezen

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Spietsen with some of the pronouns.

  • Ik spietste
  • Jij spietste
  • Hij/Zij spietste
  • Wij/jullie/zij spietsten

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Spietsen with some of the pronouns.

  • Ik heb gespietst
  • Jij hebt gespietst
  • Hij/Zij heeft gespietst
  • Wij/jullie/zij hebben gespietst