uitmonden
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | mond uit | mondde uit | heb uitgemond |
jij, je, u | mondt uit | mondde uit | hebt uitgemond |
hij, zij, het | mondt uit | mondde uit | heeft uitgemond |
wij | monden uit | mondden uit | hebben uitgemond |
jullie | monden uit | mondden uit | hebben uitgemond |
zij, ze | monden uit | mondden uit | hebben uitgemond |
PresensBeta
Example presens sentences for Uitmonden with some of the pronouns.
- De rivier mondt uit in de zee.
- Onze inspanningen monden uit in succes.
- Hun gesprekken monden altijd uit in ruzie.
- De onderhandelingen dreigen uit te monden in een impasse.
- Het evenement zal naar verwachting uitmonden in een groot feest.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Uitmonden with some of the pronouns.
- De situatie mondde uit in chaos.
- Tijdens de bijeenkomst mondde het gesprek uit in een felle discussie.
- De relatie tussen de twee landen mondde langzaam uit in vijandigheid.
- Het protest mondde uit in een confrontatie met de politie.
- Zijn poging om vrede te stichten mondde uit in mislukking.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Uitmonden with some of the pronouns.
- De protesten zijn uitgemond in gewelddadige confrontaties.
- Zijn zoektocht naar werk is tot nu toe uitgemond in teleurstellingen.
- De discussie heeft uiteindelijk uitgemond in een compromisvoorstel.
- Haar kritiek op het beleid is uitgemond in een openbaar debat.
- De rechtszaak is uitgemond in een schikking tussen beide partijen.