herkauwen

Conjugations List of Herkauwen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikherkauwherkauwdeheb herkauwd
jij, je, uherkauwtherkauwdehebt herkauwd
hij, zij, hetherkauwtherkauwdeheeft herkauwd
wijherkauwenherkauwdenhebben herkauwd
jullieherkauwenherkauwdenhebben herkauwd
zij, zeherkauwenherkauwdenhebben herkauwd

Presens
Beta

Example presens sentences for Herkauwen with some of the pronouns.

  • De koe herkauwt het gras.
  • De kalfjes herkauwen rustig in de wei.
  • We herkauwen het probleem om tot een oplossing te komen.
  • Jullie herkauwen de lesstof voor het examen.
  • De schapen herkauwen vredig in de groene weide.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Herkauwen with some of the pronouns.

  • Vroeger herkauwden de koeien de hele dag door in de weilanden.
  • Toen ik jong was, herkauwde ik vaak mijn ervaringen met vrienden.
  • Ze herkauwde het nieuws telkens opnieuw in haar hoofd.
  • In die tijd herkauwden we onze problemen zonder ze echt op te lossen.
  • Jullie herkauwden de oude verhalen terwijl jullie rond het kampvuur zaten.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Herkauwen with some of the pronouns.

  • Ik heb het idee herkauwd voordat ik het presenteerde.
  • Hij heeft het boek al herkauwd en wil nu een samenvatting maken.
  • Ze heeft de fout herkauwd en is nu klaar om verder te gaan.
  • We hebben de vergadering herkauwd om alle details te bespreken.
  • Jullie hebben het plan grondig herkauwd voordat jullie tot een beslissing kwamen.