uitpikken

Conjugations List of Uitpikken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikpik uitpikte uitheb uitgepikt
jij, je, upikt uitpikte uithebt uitgepikt
hij, zij, hetpikt uitpikte uitheeft uitgepikt
wijpikken uitpikten uithebben uitgepikt
julliepikken uitpikten uithebben uitgepikt
zij, zepikken uitpikten uithebben uitgepikt

Presens
Beta

Example presens sentences for Uitpikken with some of the pronouns.

  • Ik pik de beste ideeën uit.
  • Hij pikt altijd de mooiste bloemen uit de tuin.
  • Wij pikken de belangrijkste informatie uit de tekst.
  • Jullie pikken de lekkerste gerechten uit het menu.
  • De studenten pikken snel de nieuwe woordenschat uit de les op.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Uitpikken with some of the pronouns.

  • Vroeger pikte ik altijd de leukste boeken uit de bibliotheek.
  • Toen we in Italië waren, pikten we elke dag een ander restaurant uit.
  • In mijn jeugd pikte ik vaak snoepjes uit de winkel zonder te betalen.
  • Tijdens de vakantie pikten we regelmatig een strandje uit om te ontspannen.
  • Gisteren pikte ik een paar mooie stofjes uit bij de stoffenwinkel.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Uitpikken with some of the pronouns.

  • Ik heb de juiste oplossing uitgepikt.
  • Hij heeft de beste kandidaat uitgepikt voor de baan.
  • Wij hebben de meest interessante artikelen uitgepikt om te lezen.
  • Jullie hebben de winnende lotnummers uitgepikt.
  • De docent heeft de meest relevante voorbeelden uitgepikt voor de presentatie.