uitschijten

Conjugations List of Uitschijten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikschijt uitscheet uitheb uitgescheten
jij, je, uschijt uitscheet uithebt uitgescheten
hij, zij, hetschijt uitscheet uitheeft uitgescheten
wijschijten uitscheten uithebben uitgescheten
jullieschijten uitscheten uithebben uitgescheten
zij, zeschijten uitscheten uithebben uitgescheten

Presens

Example presens sentences for Uitschijten with some of the pronouns.

  • Hij schijt alles uit tijdens de vergadering.
  • Zij schijten vaak hun frustraties uit op anderen.
  • Ik schijt nooit in het openbaar.
  • We schijten de hele situatie uitvoerig door.
  • Jullie schijten altijd op het verkeerde moment.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Uitschijten with some of the pronouns.

  • Hij scheet alles uit tijdens de vergadering.
  • Zij scheten vaak hun frustraties uit op anderen.
  • Ik scheet nooit in het openbaar.
  • We scheten de hele situatie uitvoerig door.
  • Jullie scheten altijd op het verkeerde moment.

Perfectum

Example perfectum sentences for Uitschijten with some of the pronouns.

  • Hij heeft alles uitgescheten tijdens de vergadering.
  • Zij hebben vaak hun frustraties uitgescheten op anderen.
  • Ik heb nooit in het openbaar gescheten.
  • We hebben de hele situatie uitvoerig uitgescheten.
  • Jullie hebben altijd op het verkeerde moment gescheten.