uitschutten

Conjugations List of Uitschutten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikschut uitschutte uitheb uitgeschut
jij, je, uschut uitschutte uithebt uitgeschut
hij, zij, hetschut uitschutte uitheeft uitgeschut
wijschutten uitschutten uithebben uitgeschut
jullieschutten uitschutten uithebben uitgeschut
zij, zeschutten uitschutten uithebben uitgeschut

Presens

Example presens sentences for Uitschutten with some of the pronouns.

  • Ik schut uits.
  • Jij schudt uits.
  • Hij/zij/het schudt uits.
  • Wij schudden uits.
  • Jullie schudden uits.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Uitschutten with some of the pronouns.

  • Ik schudde uit.
  • Jij schudde uit.
  • Hij/zij/het schudde uit.
  • Wij schudden uit.
  • Jullie schudden uit.

Perfectum

Example perfectum sentences for Uitschutten with some of the pronouns.

  • Ik heb uitgeschud.
  • Jij hebt uitgeschud.
  • Hij/zij/het heeft uitgeschud.
  • Wij hebben uitgeschud.
  • Jullie hebben uitgeschud.