uitvergroten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vergroot uit | vergrootte uit | heb uitvergroot |
jij, je, u | vergroot uit | vergrootte uit | hebt uitvergroot |
hij, zij, het | vergroot uit | vergrootte uit | heeft uitvergroot |
wij | vergroten uit | vergrootten uit | hebben uitvergroot |
jullie | vergroten uit | vergrootten uit | hebben uitvergroot |
zij, ze | vergroten uit | vergrootten uit | hebben uitvergroot |
PresensBeta
Example presens sentences for Uitvergroten with some of the pronouns.
- Ik vergroot dingen uit om ze beter te kunnen zien.
- Jij vergroot de details uit in je schilderijen.
- Hij/Zij/Het vergroot problemen altijd uit.
- Wij vergroten onze prestaties op een positieve manier uit.
- Jullie vergroten de fouten van anderen graag uit.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Uitvergroten with some of the pronouns.
- Ik vergrootte altijd mijn angsten uit en maakte ze groter dan ze waren.
- Jij vergrootte de kleine problemen uit tot enorme obstakels.
- Hij/Zij/Het vergrootte de successen van anderen graag uit.
- Wij vergrootten de mogelijkheden door creatief te denken.
- Jullie vergrootten de impact van de gebeurtenis in jullie verslag.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Uitvergroten with some of the pronouns.
- Ik heb de foto's uitvergroot zodat je de gezichten beter kunt zien.
- Jij hebt de belangrijke informatie uitvergroot in het rapport.
- Hij/Zij/Het heeft de situatie enorm uitvergroot.
- Wij hebben de prestaties van het team uitvergroot tijdens de presentatie.
- Jullie hebben de gevolgen van de beslissing uitvergroot.