verschutten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verschut | verschutte | heb verschut |
jij, je, u | verschut | verschutte | hebt verschut |
hij, zij, het | verschut | verschutte | heeft verschut |
wij | verschutten | verschutten | hebben verschut |
jullie | verschutten | verschutten | hebben verschut |
zij, ze | verschutten | verschutten | hebben verschut |
Presens
Example presens sentences for Verschutten with some of the pronouns.
- Ik verschut
- Jij verschut
- Hij/Zij verschut
- Wij verschutten
- Jullie verschutten
Imperfectum
Example imperfectum sentences for Verschutten with some of the pronouns.
- Ik verschoot
- Jij verschoot
- Hij/Zij verschoot
- Wij verschootten
- Jullie verschootten
Perfectum
Example perfectum sentences for Verschutten with some of the pronouns.
- Ik heb verschut
- Jij hebt verschut
- Hij/Zij heeft verschut
- Wij hebben verschut
- Jullie hebben verschut