maximaliseren
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | maximaliseer | maximaliseerde | heb gemaximaliseerd |
| jij, je, u | maximaliseert | maximaliseerde | hebt gemaximaliseerd |
| hij, zij, het | maximaliseert | maximaliseerde | heeft gemaximaliseerd |
| wij | maximaliseren | maximaliseerden | hebben gemaximaliseerd |
| jullie | maximaliseren | maximaliseerden | hebben gemaximaliseerd |
| zij, ze | maximaliseren | maximaliseerden | hebben gemaximaliseerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Maximaliseren with some of the pronouns.
- Ik maximaliseer mijn inspanningen om succes te behalen.
- Jij maximaliseert je potentieel voor groei.
- Hij/Zij maximaliseert de winst van het bedrijf.
- Wij maximaliseren de efficiëntie van ons werkproces.
- Zij maximaliseren de kansen op een positieve uitkomst.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Maximaliseren with some of the pronouns.
- Ik maximaliseerde mijn inspanningen om succes te behalen.
- Jij maximaliseerde je potentieel voor groei.
- Hij/Zij maximaliseerde de winst van het bedrijf.
- Wij maximaliseerden de efficiëntie van ons werkproces.
- Zij maximaliseerden de kansen op een positieve uitkomst.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Maximaliseren with some of the pronouns.
- Ik heb mijn inspanningen gemaximaliseerd om succes te behalen.
- Jij hebt je potentieel gemaximaliseerd voor groei.
- Hij/Zij heeft de winst van het bedrijf gemaximaliseerd.
- Wij hebben de efficiëntie van ons werkproces gemaximaliseerd.
- Zij hebben de kansen op een positieve uitkomst gemaximaliseerd.