typeren
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | typeer | typeerde | heb getypeerd |
jij, je, u | typeert | typeerde | hebt getypeerd |
hij, zij, het | typeert | typeerde | heeft getypeerd |
wij | typeren | typeerden | hebben getypeerd |
jullie | typeren | typeerden | hebben getypeerd |
zij, ze | typeren | typeerden | hebben getypeerd |
PresensBeta
Example presens sentences for Typeren with some of the pronouns.
- Ik typeer de eigenschappen van dit product.
- Jij typeert de situatie als zorgwekkend.
- Hij/zij/het typeert zichzelf als een leider.
- Wij typeren deze film als inspirerend.
- Jullie typeren de stijl van deze kunstenaar als uniek.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Typeren with some of the pronouns.
- Ik typeerde de eigenschappen van dit product.
- Jij typeerde de situatie als zorgwekkend.
- Hij/zij/het typeerde zichzelf als een leider.
- Wij typeerden deze film als inspirerend.
- Jullie typeerden de stijl van deze kunstenaar als uniek.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Typeren with some of the pronouns.
- Ik heb het product getypeerd.
- Jij hebt de situatie getypeerd als zorgwekkend.
- Hij/zij/het heeft zichzelf getypeerd als een leider.
- Wij hebben deze film getypeerd als inspirerend.
- Jullie hebben de stijl van deze kunstenaar getypeerd als uniek.