frapperen

Conjugations List of Frapperen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikfrappeerfrappeerdeheb gefrappeerd
jij, je, ufrappeertfrappeerdehebt gefrappeerd
hij, zij, hetfrappeertfrappeerdeheeft gefrappeerd
wijfrapperenfrappeerdenhebben gefrappeerd
julliefrapperenfrappeerdenhebben gefrappeerd
zij, zefrapperenfrappeerdenhebben gefrappeerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Frapperen with some of the pronouns.

  • Ik frapper
  • Jij frappert
  • Hij/Zij frappert
  • Wij frapperen
  • Jullie frapperen

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Frapperen with some of the pronouns.

  • Ik frapperde
  • Jij frapperde
  • Hij/Zij frapperde
  • Wij frapperden
  • Jullie frapperden

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Frapperen with some of the pronouns.

  • Ik heb gefrappeerd
  • Jij hebt gefrappeerd
  • Hij/Zij heeft gefrappeerd
  • Wij hebben gefrappeerd
  • Jullie hebben gefrappeerd