uitzagen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | zaag uit | zaagde uit | heb uitgezaagd |
jij, je, u | zaagt uit | zaagde uit | hebt uitgezaagd |
hij, zij, het | zaagt uit | zaagde uit | heeft uitgezaagd |
wij | zagen uit | zaagden uit | hebben uitgezaagd |
jullie | zagen uit | zaagden uit | hebben uitgezaagd |
zij, ze | zagen uit | zaagden uit | hebben uitgezaagd |
PresensBeta
Example presens sentences for Uitzagen with some of the pronouns.
- Ik zaag eruit als een houthakker.
- Jij ziet eruit alsof je hebt geslapen.
- Hij/zij/het ziet eruit als een filmster.
- Wij zien eruit alsof we een lange wandeling hebben gemaakt.
- Zij zien eruit alsof ze een feestje hebben gehad.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Uitzagen with some of the pronouns.
- Ik zag eruit als een gek met mijn wilde kapsel.
- Jij zag eruit alsof je iets belangrijks had meegemaakt.
- Hij/zij/het zag eruit als een spook in dat enge kostuum.
- Wij zagen eruit alsof we geen oog dicht hadden gedaan.
- Zij zagen eruit alsof ze net uit de sportschool kwamen met hun bezwete gezichten.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Uitzagen with some of the pronouns.
- Ik heb eruitgezien als een clown op het verkleedfeest.
- Jij hebt eruitgezien alsof je net uit bed kwam.
- Hij/zij/het heeft eruitgezien als een echte professional tijdens de presentatie.
- Wij hebben eruitgezien alsof we op vakantie waren met onze gebruinde huid.
- Zij hebben eruitgezien alsof ze net van de catwalk afkwamen.