vallen

Conjugations List of Vallen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvalvielben gevallen
jij, je, uvaltvielbent gevallen
hij, zij, hetvaltvielis gevallen
wijvallenvielenzijn gevallen
jullievallenvielenzijn gevallen
zij, zevallenvielenzijn gevallen

Presens
Beta

Example presens sentences for Vallen with some of the pronouns.

  • Ik val vandaag van de trap.
  • Jij valt vaak tijdens het sporten.
  • Hij/zij/het valt altijd als het regent.
  • Wij vallen soms in slaap tijdens de film.
  • Jullie vallen op door jullie talent.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Vallen with some of the pronouns.

  • Ik viel vroeger vaak van mijn fiets.
  • Jij viel altijd als je te snel liep.
  • Hij/zij/het viel elke keer als hij/zij op de schommel ging.
  • Wij vielen regelmatig tijdens het dansen.
  • Jullie vielen soms flauw van de hitte.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Vallen with some of the pronouns.

  • Ik ben vorige week gevallen tijdens het fietsen.
  • Jij hebt al meerdere keren gevallen op het ijs.
  • Hij/zij/het is gisteren gevallen en heeft zijn/haar been gebroken.
  • Wij zijn in het verleden ook wel eens gevallen tijdens het skiën.
  • Jullie hebben gelukkig nog nooit gevallen tijdens het klimmen.