vaneenrukken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | ruk vaneen | rukte vaneen | heb vaneengerukt |
jij, je, u | rukt vaneen | rukte vaneen | hebt vaneengerukt |
hij, zij, het | rukt vaneen | rukte vaneen | heeft vaneengerukt |
wij | rukken vaneen | rukten vaneen | hebben vaneengerukt |
jullie | rukken vaneen | rukten vaneen | hebben vaneengerukt |
zij, ze | rukken vaneen | rukten vaneen | hebben vaneengerukt |
PresensBeta
Example presens sentences for Vaneenrukken with some of the pronouns.
- Ik ruk vaneen wanneer ik gestrest ben.
- Jij rukt vaneen als je boos bent.
- Hij/Zij/Het rukt vaneen als er te veel druk is.
- Wij rukken vaneen tijdens het uitvoeren van zware taken.
- Jullie rukken vaneen om de stress te verlichten.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vaneenrukken with some of the pronouns.
- Vroeger rukte ik vaneen om mijn frustratie te uiten.
- Vroeger rukte jij vaneen bij elk klein probleem.
- Vroeger rukte hij/zij/het vaneen als er iets misging.
- Vroeger rukten wij vaneen om stress te verminderen.
- Vroeger rukten jullie vaneen als er druk was op school.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vaneenrukken with some of the pronouns.
- Ik heb vaneengerukt nadat ik mijn werk had voltooid.
- Jij hebt vaneengerukt na het behalen van je diploma.
- Hij/Zij/Het heeft vaneengerukt sinds het begin van de vakantie.
- Wij hebben vaneengerukt na een lange wandeling.
- Jullie hebben vaneengerukt na het winnen van de wedstrijd.