noordelijken

Conjugations List of Noordelijken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iknoordelijknoordelijkteben genoordelijkt
jij, je, unoordelijktnoordelijktebent genoordelijkt
hij, zij, hetnoordelijktnoordelijkteis genoordelijkt
wijnoordelijkennoordelijktenzijn genoordelijkt
jullienoordelijkennoordelijktenzijn genoordelijkt
zij, zenoordelijkennoordelijktenzijn genoordelijkt

Presens

Example presens sentences for Noordelijken with some of the pronouns.

  • De noordelijken veroveren steeds meer gebieden.
  • Ik zie de noordelijken regelmatig in het nieuws.
  • De noordelijken vechten voor onafhankelijkheid.
  • We bespreken de strategieën van de noordelijken.
  • De noordelijken hebben veel steun van de bevolking.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Noordelijken with some of the pronouns.

  • Vroeger vochten de noordelijken tegen de zuidelijken.
  • Toen ik daar was, waren de noordelijken nog niet zo sterk.
  • De noordelijken probeerden hun positie te versterken.
  • Er waren veel discussies over de strategie van de noordelijken.
  • De noordelijken wonnen soms en verloren soms.

Perfectum

Example perfectum sentences for Noordelijken with some of the pronouns.

  • De noordelijken hebben al meerdere overwinningen behaald.
  • Ik ben op de hoogte gebracht van de acties van de noordelijken.
  • We hebben de successen van de noordelijken gevierd.
  • De noordelijken zijn sterk gegroeid in aantal.
  • Hij heeft zich aangesloten bij de noordelijken.