vervormen

Conjugations List of Vervormen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvervormvervormdeheb vervormd
jij, je, uvervormtvervormdehebt vervormd
hij, zij, hetvervormtvervormdeheeft vervormd
wijvervormenvervormdenhebben vervormd
jullievervormenvervormdenhebben vervormd
zij, zevervormenvervormdenhebben vervormd

Presens
Beta

Example presens sentences for Vervormen with some of the pronouns.

  • Ik vervorm de klei tot een sculptuur.
  • Jij vervormt het metaal met behulp van hitte.
  • Hij/zij vervormt de werkelijkheid in zijn/haar schilderijen.
  • Wij vervormen de regels om aan onze behoeften te voldoen.
  • Jullie vervormen de feiten om jezelf te rechtvaardigen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Vervormen with some of the pronouns.

  • Ik vervormde de klei tot een sculptuur.
  • Jij vervormde het metaal met behulp van hitte.
  • Hij/zij vervormde de werkelijkheid in zijn/haar schilderijen.
  • Wij vervormden de regels om aan onze behoeften te voldoen.
  • Jullie vervormden de feiten om jezelf te rechtvaardigen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Vervormen with some of the pronouns.

  • Ik heb de klei tot een sculptuur vervormd.
  • Jij hebt het metaal met behulp van hitte vervormd.
  • Hij/zij heeft de werkelijkheid in zijn/haar schilderijen vervormd.
  • Wij hebben de regels vervormd om aan onze behoeften te voldoen.
  • Jullie hebben de feiten vervormd om jezelf te rechtvaardigen.