vastdrukken
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | druk vast | drukte vast | heb vastgedrukt |
jij, je, u | drukt vast | drukte vast | hebt vastgedrukt |
hij, zij, het | drukt vast | drukte vast | heeft vastgedrukt |
wij | drukken vast | drukten vast | hebben vastgedrukt |
jullie | drukken vast | drukten vast | hebben vastgedrukt |
zij, ze | drukken vast | drukten vast | hebben vastgedrukt |
PresensBeta
Example presens sentences for Vastdrukken with some of the pronouns.
- Ik druk de knop vast.
- Jij drukt de deurknop vast.
- Hij/zij/het drukt de pen vast.
- Wij drukken de foto's vast.
- Zij drukken de documenten vast.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vastdrukken with some of the pronouns.
- Ik drukte de knop vast.
- Jij drukte de deurknop vast.
- Hij/zij/het drukte de pen vast.
- Wij drukten de foto's vast.
- Zij drukten de documenten vast.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vastdrukken with some of the pronouns.
- Ik heb de knop vastgedrukt.
- Jij hebt de deurknop vastgedrukt.
- Hij/zij/het heeft de pen vastgedrukt.
- Wij hebben de foto's vastgedrukt.
- Zij hebben de documenten vastgedrukt.