veraanschouwelijken
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | veraanschouwelijk | veraanschouwelijkte | heb veraanschouwelijkt |
| jij, je, u | veraanschouwelijkt | veraanschouwelijkte | hebt veraanschouwelijkt |
| hij, zij, het | veraanschouwelijkt | veraanschouwelijkte | heeft veraanschouwelijkt |
| wij | veraanschouwelijken | veraanschouwelijkten | hebben veraanschouwelijkt |
| jullie | veraanschouwelijken | veraanschouwelijkten | hebben veraanschouwelijkt |
| zij, ze | veraanschouwelijken | veraanschouwelijkten | hebben veraanschouwelijkt |
PresensBeta
Example presens sentences for Veraanschouwelijken with some of the pronouns.
- Ik veraanschouwelijking
- Jij veraanschouwelijkt
- Hij/Zij/Het veraanschouwelijkt
- Wij veraanschouwelijken
- Jullie veraanschouwelijken
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Veraanschouwelijken with some of the pronouns.
- Ik veraanschouwelijkte
- Jij veraanschouwelijkte
- Hij/Zij/Het veraanschouwelijkte
- Wij veraanschouwelijkten
- Jullie veraanschouwelijkten
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Veraanschouwelijken with some of the pronouns.
- Ik heb veraanschouwelijkt
- Jij hebt veraanschouwelijkt
- Hij/Zij/Het heeft veraanschouwelijkt
- Wij hebben veraanschouwelijkt
- Jullie hebben veraanschouwelijkt