desacraliseren

Conjugations List of Desacraliseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikdesacraliseerdesacraliseerdeheb gedesacraliseerd
jij, je, udesacraliseertdesacraliseerdehebt gedesacraliseerd
hij, zij, hetdesacraliseertdesacraliseerdeheeft gedesacraliseerd
wijdesacraliserendesacraliseerdenhebben gedesacraliseerd
julliedesacraliserendesacraliseerdenhebben gedesacraliseerd
zij, zedesacraliserendesacraliseerdenhebben gedesacraliseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Desacraliseren with some of the pronouns.

  • Ik desacraliseer de oude tradities.
  • Jij desacraliseert het heilige boek.
  • Hij desacraliseert de kapel in het dorp.
  • Wij desacraliseren de religieuze symbolen.
  • Zij desacraliseren de rituelen van de stam.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Desacraliseren with some of the pronouns.

  • Ik desacraliseerde de oude tradities.
  • Jij desacraliseerde het heilige boek.
  • Hij desacraliseerde de kapel in het dorp.
  • Wij desacraliseerden de religieuze symbolen.
  • Zij desacraliseerden de rituelen van de stam.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Desacraliseren with some of the pronouns.

  • Ik heb de oude tradities gedesacraliseerd.
  • Jij hebt het heilige boek gedesacraliseerd.
  • Hij heeft de kapel in het dorp gedesacraliseerd.
  • Wij hebben de religieuze symbolen gedesacraliseerd.
  • Zij hebben de rituelen van de stam gedesacraliseerd.