verduiken

Conjugations List of Verduiken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverduikverdookheb verdoken
jij, je, uverduiktverdookhebt verdoken
hij, zij, hetverduiktverdookheeft verdoken
wijverduikenverdokenhebben verdoken
jullieverduikenverdokenhebben verdoken
zij, zeverduikenverdokenhebben verdoken

Presens
Beta

Example presens sentences for Verduiken with some of the pronouns.

  • Ik verduik me achter de boom.
  • Jij verduikt je voor de confrontatie.
  • Hij/Zij/Ze verduikt zich in zijn/haar kamer.
  • Wij duiken niet weg voor moeilijke vragen.
  • Jullie duiken altijd weg als het lastig wordt.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verduiken with some of the pronouns.

  • Ik dook me achter de boom weg.
  • Jij dook je voor de confrontatie weg.
  • Hij/Zij/Ze dook zich in zijn/haar kamer weg.
  • Wij doken niet weg voor moeilijke vragen.
  • Jullie doken altijd weg als het lastig werd.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verduiken with some of the pronouns.

  • Ik ben me achter de boom verduikt.
  • Jij bent je voor de confrontatie verduikt.
  • Hij/Zij/Ze is zich in zijn/haar kamer verduikt.
  • Wij zijn niet weggedoken voor moeilijke vragen.
  • Jullie zijn altijd weggedoken als het lastig werd.