vergeten
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | vergeet | vergat | heb vergeten |
jij, je, u | vergeet | vergat | hebt vergeten |
hij, zij, het | vergeet | vergat | heeft vergeten |
wij | vergeten | vergaten | hebben vergeten |
jullie | vergeten | vergaten | hebben vergeten |
zij, ze | vergeten | vergaten | hebben vergeten |
PresensBeta
Example presens sentences for Vergeten with some of the pronouns.
- Ik vergeet altijd mijn sleutels.
- Hij vergeet vaak zijn afspraken.
- Wij vergeten nooit onze boodschappenlijst.
- Jullie vergeten soms belangrijke details.
- Zij vergeten regelmatig hun wachtwoorden.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Vergeten with some of the pronouns.
- Toen ik jong was, vergat ik altijd mijn huiswerk.
- Vroeger vergat hij vaak zijn verjaardag.
- In die tijd vergaten wij regelmatig de vuilnis buiten te zetten.
- Jullie vergaten soms de route naar het strand.
- Als kind vergat zij vaak haar lunchpakket.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Vergeten with some of the pronouns.
- Ik ben mijn telefoon vergeten op het werk.
- Hij heeft zijn jas vergeten in het restaurant.
- Wij zijn de boeken vergeten in de bibliotheek.
- Jullie hebben de sleutels vergeten in de auto.
- Zij heeft haar tas vergeten bij een vriendin.