vergoelijken

Conjugations List of Vergoelijken.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvergoelijkvergoelijkteheb vergoelijkt
jij, je, uvergoelijktvergoelijktehebt vergoelijkt
hij, zij, hetvergoelijktvergoelijkteheeft vergoelijkt
wijvergoelijkenvergoelijktenhebben vergoelijkt
jullievergoelijkenvergoelijktenhebben vergoelijkt
zij, zevergoelijkenvergoelijktenhebben vergoelijkt

Presens
Beta

Example presens sentences for Vergoelijken with some of the pronouns.

  • Ik vergoelijk de situatie.
  • Jij vergoelijkt mijn fout.
  • Hij/zij/het vergoelijkt zijn/haar gedrag.
  • Wij vergoelijken de vertraging.
  • Zij vergoelijken de slechte service.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Vergoelijken with some of the pronouns.

  • Ik vergoelijkte de situatie.
  • Jij vergoelijkte mijn fout.
  • Hij/zij/het vergoelijkte zijn/haar gedrag.
  • Wij vergoelijkten de vertraging.
  • Zij vergoelijkten de slechte service.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Vergoelijken with some of the pronouns.

  • Ik heb de situatie vergoelijkt.
  • Jij hebt mijn fout vergoelijkt.
  • Hij/zij/het heeft zijn/haar gedrag vergoelijkt.
  • Wij hebben de vertraging vergoelijkt.
  • Zij hebben de slechte service vergoelijkt.