verjeugdigen

Conjugations List of Verjeugdigen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverjeugdigverjeugdigdeheb verjeugdigd
jij, je, uverjeugdigtverjeugdigdehebt verjeugdigd
hij, zij, hetverjeugdigtverjeugdigdeheeft verjeugdigd
wijverjeugdigenverjeugdigdenhebben verjeugdigd
jullieverjeugdigenverjeugdigdenhebben verjeugdigd
zij, zeverjeugdigenverjeugdigdenhebben verjeugdigd

Presens
Beta

Example presens sentences for Verjeugdigen with some of the pronouns.

  • Ik verjeugdig
  • Jij verjeugdigt
  • Hij/Zij/Het verjeugdigt
  • Wij verjeugdigen
  • Jullie verjeugdigen
  • Zij verjeugdigen

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verjeugdigen with some of the pronouns.

  • Ik verjeugdigde
  • Jij verjeugdigde
  • Hij/Zij/Het verjeugdigde
  • Wij verjeugdigden
  • Jullie verjeugdigden
  • Zij verjeugdigden

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verjeugdigen with some of the pronouns.

  • Ik heb verjeugdicht
  • Jij hebt verjeugdicht
  • Hij/Zij/Het heeft verjeugdicht
  • Wij hebben verjeugdicht
  • Jullie hebben verjeugdicht
  • Zij hebben verjeugdicht