verknallen

Conjugations List of Verknallen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverknalverknaldeheb verknald
jij, je, uverknaltverknaldehebt verknald
hij, zij, hetverknaltverknaldeheeft verknald
wijverknallenverknaldenhebben verknald
jullieverknallenverknaldenhebben verknald
zij, zeverknallenverknaldenhebben verknald

Presens

Example presens sentences for Verknallen with some of the pronouns.

  • Ik verknal de presentatie.
  • Jij verknoeit altijd alles.
  • Hij verknalt zijn kansen keer op keer.
  • Wij verknallen het feest met onze ruzie.
  • Zij verpesten de sfeer met hun negativiteit.

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Verknallen with some of the pronouns.

  • Ik verknoeide mijn examen vorig jaar.
  • Jij verknalde altijd de plannen.
  • Hij verpestte de avond met zijn onbeschofte opmerkingen.
  • Wij verknoeiden de vakantie door constant ruzie te maken.
  • Zij verknoeiden de relatie door constant te liegen.

Perfectum

Example perfectum sentences for Verknallen with some of the pronouns.

  • Ik heb de kans verknald.
  • Jij hebt je reputatie verknoeid.
  • Hij heeft zijn carrière verknald door slecht gedrag.
  • Wij hebben de wedstrijd verknald door een blunder.
  • Zij hebben de verrassing verknoeid door het te verklappen.