verkommeren

Conjugations List of Verkommeren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverkommerverkommerdeben verkommerd
jij, je, uverkommertverkommerdebent verkommerd
hij, zij, hetverkommertverkommerdeis verkommerd
wijverkommerenverkommerdenzijn verkommerd
jullieverkommerenverkommerdenzijn verkommerd
zij, zeverkommerenverkommerdenzijn verkommerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Verkommeren with some of the pronouns.

  • Ik verkommmer mij over mijn werk.
  • Jij verkommert je vaak over kleine dingen.
  • Hij verkommert zich niet om de problemen van anderen.
  • Zij verkommert zich over haar gezondheid.
  • Wij verkommmeren ons over het milieu.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verkommeren with some of the pronouns.

  • Ik verkommmerde mij over de toekomst.
  • Jij verkommmerde je toen je het nieuws hoorde.
  • Hij verkommmerde zich altijd om zijn familie.
  • Zij verkommmerde zich vroeger over schoolprestaties.
  • Wij verkommmerden ons tijdens de economische crisis.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verkommeren with some of the pronouns.

  • Ik ben verkommerd door al die stress.
  • Jij bent verkommerd na dat lange weekend.
  • Hij is verkommerd door zijn eenzaamheid.
  • Zij is verkommerd door haar ziekte.
  • Wij zijn verkommerd door het gebrek aan steun.