superviseren

Conjugations List of Superviseren.
Presens
Imperfectum
Perfectum
iksuperviseersuperviseerdeheb gesuperviseerd
jij, je, usuperviseertsuperviseerdehebt gesuperviseerd
hij, zij, hetsuperviseertsuperviseerdeheeft gesuperviseerd
wijsuperviserensuperviseerdenhebben gesuperviseerd
julliesuperviserensuperviseerdenhebben gesuperviseerd
zij, zesuperviserensuperviseerdenhebben gesuperviseerd

Presens
Beta

Example presens sentences for Superviseren with some of the pronouns.

  • Ik superviseer de studenten tijdens het examen.
  • Jij superviseert de vergadering vanochtend.
  • Hij/zij superviseert de werknemers op de fabrieksvloer.
  • Wij superviseren het project nauwgezet.
  • Jullie superviseren de veiligheidsprocedures strikt.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Superviseren with some of the pronouns.

  • Ik superviseerde de studenten tijdens het examen vorige week.
  • Jij superviseerde de vergadering gisteren.
  • Hij/zij superviseerde de werknemers op de fabrieksvloer vroeger.
  • Wij superviseerden het project in het verleden.
  • Jullie superviseerden de veiligheidsprocedures eerder dit jaar.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Superviseren with some of the pronouns.

  • Ik heb de studenten tijdens het examen gesuperviseerd.
  • Jij hebt de vergadering vanochtend gesuperviseerd.
  • Hij/zij heeft de werknemers op de fabrieksvloer gesuperviseerd.
  • Wij hebben het project nauwgezet gesuperviseerd.
  • Jullie hebben de veiligheidsprocedures strikt gesuperviseerd.