vermarkten

Conjugations List of Vermarkten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikvermarktvermarktteheb vermarkt
jij, je, uvermarktvermarkttehebt vermarkt
hij, zij, hetvermarktvermarktteheeft vermarkt
wijvermarktenvermarkttenhebben vermarkt
jullievermarktenvermarkttenhebben vermarkt
zij, zevermarktenvermarkttenhebben vermarkt

Presens
Beta

Example presens sentences for Vermarkten with some of the pronouns.

  • Ik vermarkt producten online.
  • Jij vermarkt jouw ideeën effectief.
  • Hij vermarkt zijn films wereldwijd.
  • Wij vermarkten onze diensten aan bedrijven.
  • Zij vermarkten lokale producten in de buurt.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Vermarkten with some of the pronouns.

  • Vroeger vermarktten we onze producten lokaal.
  • Toen ik jonger was, vermarktten we zelfgemaakte kunst.
  • Elke zomer vermarktten zij hun landbouwproducten op de markt.
  • In het verleden vermarktten ze hun merk op een andere manier.
  • Tijdens de crisisperiode vermarktten we onze producten tegen lagere prijzen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Vermarkten with some of the pronouns.

  • Ik heb producten succesvol vermarkt.
  • Jij hebt jouw ideeën al eerder vermarkt.
  • Hij heeft zijn films internationaal vermarkt.
  • Wij hebben onze diensten met succes vermarkt.
  • Zij hebben de nieuwe collectie goed vermarkt.