verontheiligen

Conjugations List of Verontheiligen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverontheiligverontheiligdeheb verontheiligd
jij, je, uverontheiligtverontheiligdehebt verontheiligd
hij, zij, hetverontheiligtverontheiligdeheeft verontheiligd
wijverontheiligenverontheiligdenhebben verontheiligd
jullieverontheiligenverontheiligdenhebben verontheiligd
zij, zeverontheiligenverontheiligdenhebben verontheiligd

Presens
Beta

Example presens sentences for Verontheiligen with some of the pronouns.

  • Ik verontheilig
  • Jij verontheiligt
  • Hij/Zij/Het verontheiligt
  • Wij verontheiligen
  • Jullie verontheiligen
  • Zij verontheiligen

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verontheiligen with some of the pronouns.

  • Ik verontheiligde
  • Jij verontheiligde
  • Hij/Zij/Het verontheiligde
  • Wij verontheiligden
  • Jullie verontheiligden
  • Zij verontheiligden

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verontheiligen with some of the pronouns.

  • Ik heb veronthelligd
  • Jij hebt veronthelligd
  • Hij/Zij/Het heeft veronthelligd
  • Wij hebben veronthelligd
  • Jullie hebben veronthelligd
  • Zij hebben veronthelligd