verrafelen
| Presens | Imperfectum | Perfectum | |
|---|---|---|---|
| ik | verrafel | verrafelde | heb verrafeld |
| jij, je, u | verrafelt | verrafelde | hebt verrafeld |
| hij, zij, het | verrafelt | verrafelde | heeft verrafeld |
| wij | verrafelen | verrafelden | hebben verrafeld |
| jullie | verrafelen | verrafelden | hebben verrafeld |
| zij, ze | verrafelen | verrafelden | hebben verrafeld |
PresensBeta
Example presens sentences for Verrafelen with some of the pronouns.
- Ik verrafel
- Jij verrafelt
- Hij/Zij/Het verrafelt
- Wij verrafelen
- Jullie verrafelen
- Zij verrafelen
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verrafelen with some of the pronouns.
- Ik verrafelde
- Jij verrafelde
- Hij/Zij/Het verrafelde
- Wij verrafelden
- Jullie verrafelden
- Zij verrafelden
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verrafelen with some of the pronouns.
- Ik heb verrafeld
- Jij hebt verrafeld
- Hij/Zij/Het heeft verrafeld
- Wij hebben verrafeld
- Jullie hebben verrafeld
- Zij hebben verrafeld