leegstromen

Conjugations List of Leegstromen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikstroom leegstroomde leegben leeggestroomd
jij, je, ustroomt leegstroomde leegbent leeggestroomd
hij, zij, hetstroomt leegstroomde leegis leeggestroomd
wijstromen leegstroomden leegzijn leeggestroomd
julliestromen leegstroomden leegzijn leeggestroomd
zij, zestromen leegstroomden leegzijn leeggestroomd

Presens
Beta

Example presens sentences for Leegstromen with some of the pronouns.

  • De badkuip stroomt leeg.
  • Het zwembad stroomt leeg na sluitingstijd.
  • De emmer loopt langzaam leeg.
  • Wanneer het glas vol is, begint het te leeglopen.
  • De rivier stroomt leeg in de zee.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Leegstromen with some of the pronouns.

  • Toen ik thuis kwam, liep de gootsteen leeg.
  • Vroeger liepen de grachten in deze stad regelmatig leeg.
  • Elke keer als het regende, liep de kelder leeg.
  • Tijdens het feestje liep het bierglas steeds leeg.
  • De batterij van mijn telefoon liep vaak leeg als ik veel apps gebruikte.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Leegstromen with some of the pronouns.

  • De tank is leeggelopen.
  • We hebben de fles leeggedronken.
  • Het vat is leeggelopen tijdens het transport.
  • Heb je de beker leeggedronken?
  • Het reservoir is leeggelopen door een lek.