verrotten

Conjugations List of Verrotten.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverrotverrotteheb verrot
jij, je, uverrotverrottehebt verrot
hij, zij, hetverrotverrotteheeft verrot
wijverrottenverrottenhebben verrot
jullieverrottenverrottenhebben verrot
zij, zeverrottenverrottenhebben verrot

Presens
Beta

Example presens sentences for Verrotten with some of the pronouns.

  • De vruchten verrotten snel in de warme zon.
  • Ik verrot elke dag de overgebleven groenten in mijn tuin.
  • De vis begint te verrotten als je hem niet op tijd koelt.
  • Mijn tanden verrotten door te veel snoepen.
  • De boomstammen verrotten langzaam in het vochtige bos.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verrotten with some of the pronouns.

  • Vroeger verrotten de voedselresten vaak in de gootsteen.
  • Toen ik jong was, verrotten mijn tanden door te weinig poetsen.
  • Elke zomer verrotten de appels die van de boom vallen.
  • In die tijd verrotten de houten palen van de schutting snel.
  • Tijdens de storm verrotten de dakpannen van het oude huis.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verrotten with some of the pronouns.

  • De overrijpe appels zijn verrot.
  • Hij heeft de vis laten verrotten door hem buiten de koeling te bewaren.
  • We hebben de oude meubels laten verrotten in de schuur.
  • Jullie hebben de aardappelen te lang laten verrotten in de kelder.
  • Ze heeft de bloemen laten verrotten door ze geen water te geven.