verruwen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verruw | verruwde | heb verruwd |
jij, je, u | verruwt | verruwde | hebt verruwd |
hij, zij, het | verruwt | verruwde | heeft verruwd |
wij | verruwen | verruwden | hebben verruwd |
jullie | verruwen | verruwden | hebben verruwd |
zij, ze | verruwen | verruwden | hebben verruwd |
PresensBeta
Example presens sentences for Verruwen with some of the pronouns.
- Ik verruw de stof om een ruwe textuur te creëren.
- Jij verruwt het hout met schuurpapier.
- Hij verruwt zijn stem om indruk te maken.
- Zij verruwen de oppervlakte van het metaal.
- We verruwen de randen van de papieren voor een vintage look.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verruwen with some of the pronouns.
- Ik verruwde de stof om een ruwe textuur te creëren.
- Jij verruwde het hout met schuurpapier.
- Hij verruwde zijn stem om indruk te maken.
- Zij verruwden de oppervlakte van het metaal.
- We verruwden de randen van de papieren voor een vintage look.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verruwen with some of the pronouns.
- Ik heb de stof verruwd om een ruwe textuur te creëren.
- Jij hebt het hout verruwd met schuurpapier.
- Hij heeft zijn stem verruwd om indruk te maken.
- Zij hebben de oppervlakte van het metaal verruwd.
- We hebben de randen van de papieren verruwd voor een vintage look.