verslibben
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verslib | verslibde | ben verslibd |
jij, je, u | verslibt | verslibde | bent verslibd |
hij, zij, het | verslibt | verslibde | is verslibd |
wij | verslibben | verslibden | zijn verslibd |
jullie | verslibben | verslibden | zijn verslibd |
zij, ze | verslibben | verslibden | zijn verslibd |
PresensBeta
Example presens sentences for Verslibben with some of the pronouns.
- Ik verslib de tijd als ik te veel op mijn telefoon zit.
- Jij verslibt je kansen door niet te studeren.
- Hij verslibt zijn talenten door geen moeite te doen.
- Wij verslibben onze energie door te veel te werken.
- Zij verslibben hun geld door impulsieve aankopen te doen.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verslibben with some of the pronouns.
- Ik verslibte altijd de tijd toen ik jong was.
- Jij verslibte je kansen door niet te geloven in jezelf.
- Hij verslibte zijn talenten door luiheid.
- Wij verslibten vaak onze energie door te veel te feesten.
- Zij verslibten hun geld door onverstandige investeringen.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verslibben with some of the pronouns.
- Ik heb de tijd verslibd door te lang te blijven hangen.
- Jij hebt je kansen verslibd door niet te solliciteren.
- Hij heeft zijn talenten verslibd door geen oefening te doen.
- Wij hebben onze energie verslibd door te weinig te rusten.
- Zij hebben hun geld verslibd door onnodige uitgaven te maken.