versomberen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | versomber | versomberde | heb versomberd |
jij, je, u | versombert | versomberde | hebt versomberd |
hij, zij, het | versombert | versomberde | heeft versomberd |
wij | versomberen | versomberden | hebben versomberd |
jullie | versomberen | versomberden | hebben versomberd |
zij, ze | versomberen | versomberden | hebben versomberd |
PresensBeta
Example presens sentences for Versomberen with some of the pronouns.
- Het weer versombert vandaag.
- Mijn stemming versombert als ik aan de file denk.
- Wanneer het nieuws slecht is, versombert de sfeer.
- De economische situatie versombert snel.
- Als het donker wordt, versombert het landschap.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Versomberen with some of the pronouns.
- Vroeger versomberde hij vaak als het regende.
- Toen ik het slechte nieuws hoorde, versomberde mijn gemoedstoestand.
- De sfeer in het team versomberde langzaam maar zeker.
- Tijdens de crisis versomberden de vooruitzichten voor veel bedrijven.
- Elke winter versomberde het landschap door de grijze luchten.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Versomberen with some of the pronouns.
- De stemming heeft versombert na het slechte nieuws.
- Ik ben versombert door de recente gebeurtenissen.
- Het weer is versombert nadat de zon verdween.
- Onze verwachtingen zijn versombert door de tegenvallende resultaten.
- Zijn humeur is fors versombert na het verlies van zijn baan.