verwaardigen
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verwaardig | verwaardigde | heb verwaardigd |
jij, je, u | verwaardigt | verwaardigde | hebt verwaardigd |
hij, zij, het | verwaardigt | verwaardigde | heeft verwaardigd |
wij | verwaardigen | verwaardigden | hebben verwaardigd |
jullie | verwaardigen | verwaardigden | hebben verwaardigd |
zij, ze | verwaardigen | verwaardigden | hebben verwaardigd |
PresensBeta
Example presens sentences for Verwaardigen with some of the pronouns.
- Ik verwaardig
- Jij verwaardigt
- Hij/Zij/Het verwaardigt
- Wij verwaardigen
- Jullie verwaardigen
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verwaardigen with some of the pronouns.
- Ik verwaardigde
- Jij verwaardigde
- Hij/Zij/Het verwaardigde
- Wij verwaardigden
- Jullie verwaardigden
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verwaardigen with some of the pronouns.
- Ik heb verwaardigd
- Jij hebt verwaardigd
- Hij/Zij/Het heeft verwaardigd
- Wij hebben verwaardigd
- Jullie hebben verwaardigd