verspaansen

Conjugations List of Verspaansen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverspaansverspaansteben verspaanst
jij, je, uverspaanstverspaanstebent verspaanst
hij, zij, hetverspaanstverspaansteis verspaanst
wijverspaansenverspaanstenzijn verspaanst
jullieverspaansenverspaanstenzijn verspaanst
zij, zeverspaansenverspaanstenzijn verspaanst

Presens

Example presens sentences for Verspaansen with some of the pronouns.

  • Ik verspaans
  • Jij verspaanst
  • Hij/Zij verspaanst
  • Wij verspaansen
  • Jullie verspaansen

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Verspaansen with some of the pronouns.

  • Ik verspaanste
  • Jij verspaanste
  • Hij/Zij verspaanste
  • Wij verspaansten
  • Jullie verspaansten

Perfectum

Example perfectum sentences for Verspaansen with some of the pronouns.

  • Ik heb verspaanst
  • Jij hebt verspaanst
  • Hij/Zij heeft verspaanst
  • Wij hebben verspaanst
  • Jullie hebben verspaanst