verspelden

Conjugations List of Verspelden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverspeldverspelddeheb verspeld
jij, je, uverspeldtverspelddehebt verspeld
hij, zij, hetverspeldtverspelddeheeft verspeld
wijverspeldenverspelddenhebben verspeld
jullieverspeldenverspelddenhebben verspeld
zij, zeverspeldenverspelddenhebben verspeld

Presens
Beta

Example presens sentences for Verspelden with some of the pronouns.

  • Ik verspel
  • Jij verspelt
  • Hij verspelt
  • Wij verspellen
  • Zij verspellen

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verspelden with some of the pronouns.

  • Ik verspelde
  • Jij verspelde
  • Hij verspelde
  • Wij verspelden
  • Zij verspelden

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verspelden with some of the pronouns.

  • Ik heb verspeld
  • Jij hebt verspeld
  • Hij heeft verspeld
  • Wij hebben verspeld
  • Zij hebben verspeld