verspieden

Conjugations List of Verspieden.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverspiedverspieddeheb verspied
jij, je, uverspiedtverspieddehebt verspied
hij, zij, hetverspiedtverspieddeheeft verspied
wijverspiedenverspieddenhebben verspied
jullieverspiedenverspieddenhebben verspied
zij, zeverspiedenverspieddenhebben verspied

Presens
Beta

Example presens sentences for Verspieden with some of the pronouns.

  • Ik verspied de vijand vanuit mijn schuilplaats.
  • Jij verspiedt de bewegingen van de tegenpartij.
  • Hij/zij/het verspiedt het doelwit zorgvuldig.
  • Wij bespieden de verdachte activiteiten in de buurt.
  • Jullie speuren de omgeving af op zoek naar aanwijzingen.

Imperfectum
Beta

Example imperfectum sentences for Verspieden with some of the pronouns.

  • Vroeger verspiedde ik regelmatig vreemde voertuigen in de buurt.
  • Toen ik jong was, verspiedde ik vaak mijn broers en zussen tijdens verstoppertje spelen.
  • Hij/zij/het verspiedde altijd de beste plekken om onopgemerkt te blijven.
  • In die tijd verspiedden wij de vijand dag en nacht.
  • Jullie speurden de hele wijk af op zoek naar verdachte personen.

Perfectum
Beta

Example perfectum sentences for Verspieden with some of the pronouns.

  • Ik heb de vijand verspied en belangrijke informatie verzameld.
  • Jij hebt de bewegingen van de tegenpartij nauwlettend in de gaten gehouden.
  • Hij/zij/het heeft het doelwit zorgvuldig verspied.
  • Wij hebben de verdachte activiteiten in de buurt stilletjes geobserveerd.
  • Jullie hebben de omgeving grondig uitgekamd op zoek naar aanwijzingen.