verstijven
Presens | Imperfectum | Perfectum | |
---|---|---|---|
ik | verstijf | verstijfde | heb verstijfd |
jij, je, u | verstijft | verstijfde | hebt verstijfd |
hij, zij, het | verstijft | verstijfde | heeft verstijfd |
wij | verstijven | verstijfden | hebben verstijfd |
jullie | verstijven | verstijfden | hebben verstijfd |
zij, ze | verstijven | verstijfden | hebben verstijfd |
PresensBeta
Example presens sentences for Verstijven with some of the pronouns.
- Ik verstijf bij het zien van spinnen.
- Jij verstijft als je hoogtes ziet.
- Hij/Zij verstijft wanneer er harde geluiden zijn.
- Wij verstijven tijdens enge films.
- Zij verstijven als ze in het donker zijn.
ImperfectumBeta
Example imperfectum sentences for Verstijven with some of the pronouns.
- Ik verstijfde altijd bij het zien van bloed.
- Jij verstijfde telkens als je een hond zag.
- Hij/Zij verstijfde regelmatig tijdens presentaties.
- Wij verstijfden vaak in de koude winter.
- Zij verstijfden soms wanneer ze alleen waren.
PerfectumBeta
Example perfectum sentences for Verstijven with some of the pronouns.
- Ik ben verstijfd toen ik een onverwacht geluid hoorde.
- Jij bent verstijfd na de enge film gisteravond.
- Hij/Zij is verstijfd nadat hij/zij de spin zag.
- Wij zijn verstijfd geweest tijdens het ongeluk.
- Zij zijn verstijfd sinds ze het slechte nieuws hoorden.