verstoelen

Conjugations List of Verstoelen.
Presens
Imperfectum
Perfectum
ikverstoelverstoeldeheb verstoeld
jij, je, uverstoeltverstoeldehebt verstoeld
hij, zij, hetverstoeltverstoeldeheeft verstoeld
wijverstoelenverstoeldenhebben verstoeld
jullieverstoelenverstoeldenhebben verstoeld
zij, zeverstoelenverstoeldenhebben verstoeld

Presens

Example presens sentences for Verstoelen with some of the pronouns.

  • Ik verstoor
  • Jij verstoort
  • Hij/Zij/Het verstoort
  • Wij verstoren
  • Jullie verstoren
  • Zij verstoren

Imperfectum

Example imperfectum sentences for Verstoelen with some of the pronouns.

  • Ik verstoorde
  • Jij verstoorde
  • Hij/Zij/Het verstoorde
  • Wij verstoorden
  • Jullie verstoorden
  • Zij verstoorden

Perfectum

Example perfectum sentences for Verstoelen with some of the pronouns.

  • Ik heb verstoord
  • Jij hebt verstoord
  • Hij/Zij/Het heeft verstoord
  • Wij hebben verstoord
  • Jullie hebben verstoord
  • Zij hebben verstoord